Het redderssyndroom op de werkvloer
Waarom helpen soms omslaat in jezelf voorbijlopen.
Een collega willen ondersteunen is gezond en waardevol. Maar bij sommige mensen slaat die behoefte om in iets anders. Zij voelen zich verantwoordelijk voor elk probleem dat voorbij komt en springen voortdurend in. Niet omdat iemand het vraagt, maar omdat zij vinden dat zij het moeten oplossen. Dat patroon wordt vaak het redderssyndroom genoemd en kan teams en individuen behoorlijk uitputten.
Wat er gebeurt bij een redder
Iemand met het redderssyndroom voelt een sterke drang om anderen te ontlasten. Het begint met goede bedoelingen, maar langzaam verschuift de grens. De redder neemt werk over, bewaakt deadlines voor anderen en duikt in elk conflict. Ondertussen blijft het eigen werk liggen en stapelt de spanning zich op. Vermoeidheid, irritatie en het gevoel onmisbaar te zijn liggen dan al snel op de loer.
Ook mentaal eist dit gedrag zijn tol. Een redder kan moeilijk nee zeggen en heeft vaak moeite om eigen behoeften serieus te nemen. Dat vergroot de kans op stress en klachten die kunnen uitmonden in uitputting of burn out. Organisaties die werkdruk en psychosociale belasting serieus nemen, verkleinen die risico’s voor hun medewerkers.
Wat dit betekent voor het team
In een team kan de redder onbedoeld een scheve dynamiek creëren. Collega’s raken afhankelijk, verantwoordelijkheden verschuiven en er ontstaat minder eigenaarschap. De redder krijgt het drukker, anderen voelen minder urgentie om zelf problemen op te lossen. Dat zorgt uiteindelijk voor frustratie, onbegrip en een onduidelijke verdeling van taken.
Daarom is het belangrijk dat leidinggevenden en HR niet alleen kijken naar prestaties, maar ook naar patronen in samenwerking. Wie neemt structureel te veel op zich, wie leunt te vaak achterover en welke afspraken ontbreken nog om de belasting eerlijker te verdelen?
Als jij jezelf herkent als redder
Herken je dat je vaak degene bent die alles oplost, initiatief neemt en de rommel opruimt als anderen weg zijn? Dan kan het helpen om stil te staan bij een paar vragen. Moet ik dit echt doen, of voelt het alleen zo? Heeft de ander dit probleem zelf op te lossen? Wat gebeurt er als ik nu eens niet instap?
In plaats van automatisch werk over te nemen, kun je vaker vragen stellen. Wat heb jij nodig om dit zelf op te pakken? Hoe kan ik je kort op weg helpen zonder het voor je te doen? Zo blijf je behulpzaam zonder jezelf voorbij te lopen. Grenzen aangeven is geen egoïsme, het is een voorwaarde om duurzaam inzetbaar te blijven.
Als jij samenwerkt met een redder
Werk je met iemand die altijd klaarstaat, overal inspringt en zichtbaar uitgeput raakt? Ga het gesprek aan vanuit waardering. Benoem wat je waardeert in de betrokkenheid en leg vervolgens uit wat je ziet gebeuren in werkdruk en taakverdeling. Veel redders hebben niet door hoe groot hun rol is in het patroon.
Maak samen afspraken. Welke taken horen echt bij wie? Wanneer is hulp gewenst en wanneer niet? Hoe zorgen jullie dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor het eigen werk? Heldere kaders maken het voor de redder makkelijker om los te laten en voor het team om meer eigenaarschap te tonen.
De link met duurzame inzetbaarheid
Het redderssyndroom raakt direct aan duurzame inzetbaarheid. Het gaat over grenzen, mentale veerkracht, gezonde werkdruk en eigenaarschap over je eigen loopbaan. Wie structureel redt, brandt sneller op. Wie leert om bewust te helpen en eigen grenzen te bewaken, kan langer met energie en plezier blijven werken.
Daarom is het belangrijk dat organisaties ruimte maken voor gesprekken over gedrag, rolzuiverheid en belasting. Niet pas als iemand uitvalt, maar al in een vroeg stadium. Duurzame inzetbaarheid begint bij bewustwording: zien wat er gebeurt in het team, en erkennen dat goed willen doen soms omslaat in te veel doen.