Johan

Door: Johan Weevers

Krijgen we hiervan een tweede golf?

In het begin van de coronacrises werd gezegd dat we tijd over zouden hebben en dat we bijvoorbeeld meer konden gaan lezen. Ik weet niet hoe het voor jou was, maar mijn agenda bleef goed   gevuld. Ik kon wel mijn tijd anders invullen en het thuis zijn zorgde voor de nodige coronakilo’s. Voor de mentale vitamines ging ik aan het begin van de crisis langs bij de lokale boekhandel Jansen en de Feijter in Velp. Aan Walter Jansen vroeg ik met welk boek ik de coronatijd door kon komen. Vermakelijk, beetje spannend en interessant. Zomaar wat wensen. Hij gaf mij als leestip ‘Bruggenbouwers’ van Jan Guillou, een Zweedse schrijver. Mocht het boek me bevallen, dan zijn er in de serie ‘De grote Eeuw’ nog 7 delen, dus dan kon ik voorlopig wel vooruit. Het verhaal verteld over drie broers, twee oorlogen en één eeuw. Een interessante en ook belangrijke periode om af en toe naar terug te kijken, blijkt. Er wordt nu bijvoorbeeld veel gedemonstreerd tegen racisme dat zeker ook wortels heeft in het begin van de 20ste eeuw. Zo beschrijft Guillou ergens kort, maar vrij plastisch, de Congolese Holocaust, waarbij 10 miljoen mensen om het leven zijn gekomen door onderdrukking en uitbuiting.  Koning Leopold II wordt ook wel de Belgische Hitler genoemd. Schokkend, ik had dat toch niet zo scherp op mijn netvlies.

Ik ga voor deze column overigens inzoomen op een heel ander en luchtiger vergelijk. Een onderwerp dat Guillou namelijk ook aansnijdt, is het vitalisme. Daar had ik echt nog nooit van gehoord, terwijl ik aardig wat stromingen dacht te kennen. Ik vond het in ieder geval een interessant begrip, dat aansloot bij mijn toenemende interesse in vitaliteit. De betekenis van vitalisme was vervolgens mijn google-vraag van de dag. Vitalisme bleek een (filosofische) stroming te zijn geweest, die zich richt op het eigen innerlijk, vooral de levensdrift, waarbij het leven centraal staat. De stroming was een reactie op de toen heersende maatschappij. Misschien was het een wat egoïstische reactie, maar het doorbrak een aantal vastgeroeste denkbeelden en gedragingen en zorgde voor meer aandacht voor het leven, intuïtie en de natuur.

Als ik nu naar onze huidige maatschappij kijk, dan zie ik vanuit mijn werkervaring in zorg, onderzoek en onderwijs, vooral mensen werken met veel toewijding. We hebben dat in de afgelopen periode tijdens Corona in de zorg nadrukkelijk kunnen zien. Wat ik ook al jaren zie, is dat de toewijding weleens doorschiet en, soms in combinatie met privézaken, teveel wordt. De gevolgen hiervan kennen we maar al te goed. Aandacht voor herstel en terugkeer is er vervolgens wel, maar we zijn volgens mij nog zoekende naar een gezonde mix tussen het zorgen voor jezelf en met toewijding bezig zijn voor werk en thuis. Zeker als er zorg bijkomt voor bijvoorbeeld een kind of een ouder of dat je denkt ook wel een verbouwing erbij te kunnen doen. Die toenemende balansvraag van aandacht voor jezelf en voor de ander en het werk, duidt misschien op de tweede golf van het vitalisme, mogelijk gemuteerd, maar toch. Er lijkt behoefte om meer en tijdiger te zorgen voor je eigen vitaliteit, je eigen leven. Zeker ook om met energie te werken en er voor anderen te zijn. Bij de Radboud Universiteit, waar ik sinds kort werk, buigen wij ons over vragen die gaan over het versterken van leidinggevenden en medewerkers op het vlak van vitaliteit, veranderbereidheid en veerkracht. Er liggen naar mijn idee nog kansen als het gaat om het meer bespreekbaar maken van deze onderwerpen, met elkaar reflectie organiseren. Hoe ben je er al mee bezig en wat heb je nog nodig? Dit betekent ook dat het goed is vaker bewust te kiezen voor onze eigen vitaliteit. De maatschappij vraagt in toenemende mate om mee te blijven veranderen. Veranderen vraagt bereidheid en veerkracht. En veerkracht vraagt vitaliteit!

Ik heb tot nu toe in mijn leven diverse live-events meegemaakt en ben ook wel geconfronteerd met mijn grenzen. Als ik mijn grenzen overga, dan krijg ik fysieke of mentale klachten, in meer of mindere mate. Ik heb natuurlijk ook vaak ervaringen waar ik veel energie van krijg. Dat je dus energie nodig hebt om veerkrachtig te zijn, is inmiddels wel bekend. Dat inzicht helpt mij in ieder geval om met meer compassie naar mezelf te kijken en in te zien dat ik goed voor mezelf moet blijven zorgen, ook om er voor anderen te kunnen zijn. En ik ben nog lang niet uitgeleerd.  Meer en meer integreer ik het in mijn leven en in mijn werk als HR professional. Voordat ik verder ging werken aan de column ben ik bijvoorbeeld eerst een half uur met de hond gaan wandelen (nadat mijn vrouw me vroeg of ik niet nog even wilde wandelen, maar toch.).

Met twee goede vrienden wandel ik al jaren een aantal keren per jaar. We praten bij en hebben het gezellig samen. Vorig jaar hebben we het Pieterpad succesvol afgerond, waarvan akte. Althans, ik krijg nog steeds te horen dat ik een etappe niet heb gelopen, dus het Pieterpad niet echt heb afgerond. Aansluitend zijn we begonnen aan de oudste wandelroute van Nederland. Deze is van Amsterdam naar Arnhem, maar wij lopen de route andersom (dat prikkelt ons brein, schijnt ook goed te zijn). Eind mei gingen we weer voor twee etappes. In Doorwerth sliepen we (coronaproof) in een prachtige omgebouwde kerk. Gelukkig ook ontheiligd, want ons bed stond op het altaar. De eigenaar vertelden wij over onze wandeltochten en hij vertelde vervolgens trots dat hij het boekje van de betreffende wandelroute had. Een druk uit 1914. Het was wederom een heel interessant beeld, nu over wandelen aan het begin van de 20ste eeuw. Ik was verbaasd over de inhoud.

Een citaat;
In het moderne jaar 1914 verschijnt een handboekje, waarin de beschrijving voorkomt van een weg, welke moet worden  …… bewandeld!
…. Wat! Wordt er nog gewandeld in deze wereld en waagt men het in de twintigste eeuw, onze aandacht te vragen voor zoo iets barbaarsch als het zich voort-bewegen-per-voet?
…. Er bestaat dus, in onze razend-snelle, hedendaagsche vervoermiddelen overvollen tijd nog zoo iets, wat ons vriendelijk tegenlacht ….
….De verwende, de ontwende beenen nemen het weer op! Naar de plechtig-oude, maar voor ons heerlijk-nieuwe wandelpaden zoeken wij weer! ….

En dan een quote van 8 juni uit de Volkskrant; Wat een simpele wandeling ons biedt: tijd om naar een vogeltje te staren én een gezond brein.

Twee ver uit elkaar liggende momenten, schitterend toch? Lang leven het wandelen!

Om de wandeling af te ronden wil ik jullie nog meenemen op een tocht die ik recent heb georganiseerd voor collega’s van WZW (werkgeversvereniging Zorg en Welzijn). Ik heb voor hun een vitaliserende wandeling uitgezet. Voorafgaand heb ik ze gevraagd te reflecteren op hoe ze tot nu toe met hun eigen vitaliteit tijdens de coronacrisis bezig zijn geweest. Het gaf iedereen superveel energie om elkaar weer live te zien en bij te kunnen praten. Ondertussen konden we ervaren dat wandelen en de natuur ons goede energie geeft. Met enkele tips en inspiratie om je vitaliteit op orde te brengen en te houden, gingen we weer huis op aan om later weer via zoom te overleggen (maar dan met een energiegevende ervaring in het achterhoofd).

Op! Ter wandeling!